In de gemeente Rhenen ligt Elst (Utrecht), een klein dorpje aan de Nederrijn, aan de zuidkant van de Utrechtse Heuvelrug. Familie Crone, Lianne, Hans en founding father Simon, heeft hier een mooi wijndomein met 2500 stokken verdeeld over drie percelen. Bij de herenboerderij Tussen Rug en Rijn, waar het wijndomein naar vernoemd is, staan 800 stokken op een beschutte plek achter de winterdijk. 550 stokken staan op het tweede perceel even verderop en nog eens 1100 stokken op een perceel aan de rand van de bossen van de Utrechtse Heuvelrug.
“Het belangrijkste ras is de Souvignier Gris, dit is een “roze” druif waarvan witte en oranje wijn wordt gemaakt. Ongeveer één derde van onze stokken bestaat hieruit.”, vertelt Simon Crone. “Verder hebben we de witte Johanniter druif en enkele Muscaris stokken. Onze blauwe druiven zijn de Cabernet Cantor, Cabernet Cortis, Cabaret Noir en Monarch. Al deze rassen zijn ontwikkeld in Duitsland en Zwitserland. Ze zijn meer resistent tegen ziektes dan de gangbare rassen, hierdoor hebben ze minder last van bijvoorbeeld valse meeldauw dat veel voorkomt in Nederland.”
Onze Lokale Helden kreeg een rondleiding door de wijngaard en was onder de indruk van de hoeveelheid werk dat wordt verzet. Dat begint al in februari wanneer de oude takken gesnoeid worden en er aan iedere plant maar een à twee takken overblijven waaruit het komende seizoen de druiven zullen groeien. Na de bloei en de vorming van de trossen worden de nieuwe takken regelmatig aangebonden om het bladoppervlak zo groot mogelijk te maken voor een maximale fotosynthese en een optimale groei van de druiven. “Het is steeds zoeken naar de juiste balans in het aantal druiventrossen per plant en de smaak van de druiven. Als er te veel trossen aan een plant groeien, rijpen de druiven minder goed en worden ze minder smaakvol.”, vertelt Hans. “Vanaf eind september zijn de druiven rijp en komen we allemaal, kinderen, kleinkinderen en vrienden, helpen met plukken. De oogst is de drukste maar ook de mooiste tijd van het jaar. Het is altijd super gezellig.”, zegt Lianne.
Na het oogsten volgt het wijn maken. De druiven worden nog dezelfde dag na het plukken verwerkt. Wit wordt eerst ontsteeld en na een maceratie van maximaal 18 uur wordt er geperst en verdwijnt het sap in een vat om te vergisten en te rijpen. De druiven voor de rode wijn worden ook ontsteeld maar de schillen en het sap worden dan samen in een vat gedaan waar de eerste vergisting plaats zal vinden. De vaten worden hiervoor met een warmte deken verwarmd. Na enkele weken wordt de rode wijn geperst en dan volgt een tweede gisting (de malolactische gisting) die de zuren omzet. Ja en dan volgt de rijping en is het even rustig op het wijndomein. Rond mei in het volgende jaar kan de witte wijn gebotteld worden, de rode wijn volgt in augustus of later. Dat is een kwestie van veel proeven en het juiste moment kiezen.
Het is duidelijk: dit is de plek waar mooie wijnen vandaan komen. Nieuwsgierig? Bestel de witte Johanniter en Elsterberg van Tussen Rug en Rijn.